Skip to content

De Mooiste Gezichten van Zutphen

In Zutphen begon fotograaf Frank Mossink ruim drie jaar geleden met het portretteren van opvallende stadsgenoten. Zijn fascinatie voor portretten deelde hij op social media, waar het snel aansloeg bij een breed publiek. Eind 2023 vierde Mossink zijn 100e portret, en vanaf 2024 is de serie te bewonderen in Contact Zutphen-Warnsveld.

Door Frank Mossink

Deze week vertel ik het verhaal van een man die de eerste jaren van zijn leven doorbracht aan de Van Heeckerenlaan. Daarna verhuisde hij met zijn ouders naar de Wilhelminalaan, waar hij tot zijn twintigste bleef wonen. Op zijn veertigste keerde hij uiteindelijk terug naar datzelfde huis.

Hij beschrijft hoe het voor hem was toen hij de vraag kreeg of hij in het ouderlijk huis wilde gaan wonen. “Als je in je ouderlijk huis gaat wonen, ga je ook in je eigen verleden wonen. En dat was, in zekere zin, een ingewikkeld verleden. Mijn ouders hebben allebei in een klooster gezeten en traden uit in 1969. Toen ze besloten een gezin te vormen, hadden ze daar eigenlijk helemaal geen ervaring mee, doordat ze tot dan toe celibatair hadden geleefd. Daardoor deden ze wat ze dachten dat hoorde, en dat voelde vaak geforceerd en ouderwets. Mijn ouders waren streng en formeel.” 

Als puber botste hij geregeld met zijn vader, die doctor in de muziek was. Zijn moeder had, behalve de lagere school, geen opleiding gevolgd. Daardoor spraken ze niet op hetzelfde niveau met elkaar. Liefde was er zeker, maar die werd sterk gekleurd door het beeld dat de kerk daarvan voorschrijft. Dat zorgde voor een constante spanning die hij als kind duidelijk voelde. Vanaf zijn zestiende begon hij daarover te schrijven, in verhalen en gedichten. Terugkijkend zegt hij dat hij, als reactie op de situatie thuis, de bliksemafleider werd: door aandacht te vragen of lastig te zijn, verschoof het conflict van zijn ouders naar hem. 

Pas toen hij Nederlands ging studeren, voldeed hij aan het beeld dat zijn ouders voor zich zagen. Tijdens zijn studie verdiepte hij zich in moderne en historische letterkunde. Voor zijn scriptie vergeleek hij de teksten van Doe Maar met die van Bredero, de zeventiende-eeuwse liedschrijver. Hij was altijd al gefascineerd door Doe Maar en herkende zichzelf in hun teksten. Het zinnetje ‘Ik doe de dingen die ik doe, met mijn ogen dicht’ is altijd een voorbeeld voor hem geweest. Toen hij ontdekte dat hun songteksten nergens correct waren uitgeschreven, besloot hij de…

Dit artikel en afbeeldingen zijn oorspronkelijk afkomstig van Contactzutphen.nl.
Deel:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *